MIDDEN - DELFLAND

Midden-Delfland Runners zijn weer terug uit Parijs!!

Na maandenlange voorbereiding startte op 8 mei dan eindelijk de Roparun. De Midden-Delfland Runners vertrokken om 9 uur ’s morgens naar Rotterdam.

In Rotterdam werd eerst de promotour gelopen langs een aantal ziekenhuizen. Een kleurrijk, indrukwekkend lint van lopers en fietser trok langzaam door Rotterdam. De passage bij de Daniel Den Hoedtkliniek bezorgde me letterlijk kippevel. Voor de mensen die je daar vanachter het raam aanmoedigen loop je!!!

De Midden-Delfland Runners opereerde als één team, maar we hebben ons opgedeeld in groepen. Twee groepen bestaande uit elk 4 lopers, 2 fietsers een fysiotherapeut, een chauffeur en een kaartlezer wisselden elkaar na zo’n 53 km af. De derde groep was de verzorging, die met busje en caravan om de 100 km voor de lopers klaarstonden. Tenslotte was daar de rijdende camera om al onze prestaties voor het nageslacht vast te leggen.


Wissel Bert en Wim

Om 3 uur ’s middags werd door onze dorpsgenoot Jan van Dijk met oorverdovend lawaai het startschot gelost. Schipluiden was dus ruim vertegenwoordigd (werd er na dit startschot ook weer een neut achterovergeslagen??).

De eerste 44 km mochten er geen auto’s op het parcours. Lopers deden zowel het loop- als fietswerk en wisselden elkaar af. Met zo’n 600 mensen lopend of op de fiets, een aangenaam zonnetje en de wind in de rug leek het wel de landelijke fietsdag.


Wissel  Bert en Arjan

In Oude Tonge konden we volgens "normaal" schema aan het werk. Ook dit deel van het parcours was een genot. Verschillende Brabantse dorpen hebben van de doortocht een feest gemaakt. Jan Eikelenboom liep een "thuiswedstrijd". Hij is door Bergen op Zoom gelopen waar ook zijn bedrijf is gevestigd en werd door bekenden aangemoedigd.

Enkele kilometers verderop, in Ossendrecht was voor de lopers en fietsers een apart podium gemaakt waar zij overheen werden geleid. De (late) avond was intussen ingevallen, maar het enthousiasme van de bevolking bleef!! Onder luid gejuich en met een fakkelloper voorop werden we over het podium geleid, waarna we twee straten verderop de zwarte nacht in verdwenen.

De fysiotherapeuten stroopten intussen de mouwen op, zij begonnen aan preventief onderhoud van het spier- en gewrichtenstelsel. De verzorgingsploeg heeft intussen de eerste culinaire hoogstandjes verricht. (alleen al voor de wijze waarop de catering was verzorgd zou je meegaan).

In het begin van de nacht lopen we langs een kilometerslange Antwerpse haven waar honderden containers op nieuwe vracht wachten.

Langzaam is het lint van lopers en fietsers uit elkaar getrokken, we lopen met ongeveer 8 teams een vrijwel gelijk tempo. Nu eens halen we iemand in, dan worden we zelf weer ingehaald. Halverwege de loop zeiden we ook tegen elkaar "tot straks".

Vreemd is het om je als loper ook als verkeersdeelnemer te moeten gedragen. Hardlopen en vervolgens stil moeten staan voor een verkeerslicht, of een lege goederentrein die net de weg oversteekt. De organisatie is onverbiddelijk. Iedereen houdt zich aan de regels, zo niet dan kun je 2 minuten stilgezet worden.

In Antwerpen via de roltrappen de tunnel in en vervolgens in rap tempo verder het donkere België in. In Kruibeke komen we langs het café waar we tijdens de oefenloop een pitstop hadden. Gelukkig was het café dicht, anders kon de verleiding wel eens te groot geweest te zijn voor opnieuw een pitstop.

Rond 4 uur ’s nachts treedt de volgende groep lopers weer aan. Fris (?), nou ja in elk geval enthousiast, beginnen zij aan hun taak. Intussen verandert het Belgische landschap en het vals plat wordt steeds meer een echte heuvel.

Alle aandacht gaat in de eerste plaats naar de lopers, maar de prestaties van de overige teamleden zijn eveneens grandioos. De fietsers die verhoudingsgewijs langzaam moeten fietsen zitten uren achtereen op ’t zadel. Zij hebben het nadeel dat zij zwaar tegen de heuvel op moeten trappen en er niet met een noodgang vanaf kunnen rijden omdat zij bij de loper moeten blijven. De chauffeurs van de auto’s moeten alert zijn op het normale verkeer maar ook de afstanden in de gaten houden. De kaartlezers moeten constant bij de les blijven om letterlijk op het goede spoor te blijven. Naarmate de tijd verstrijkt en de vermoeidheid toeneemt wordt de koffie belangrijker om "scherp" te blijven. Op de momenten van rust is er even tijd voor ontspanning maar wordt er vooral ook gerust.


Jan en José op de 'pijnbank'

De verzorgers hebben zo mogelijk nog minder rust. Behalve de verzorging van de beide lopersgroepen moet ook worden verplaatst. Alles staat letterlijk in het kader van de voortgang van de lopers.

Na de eerste nacht breekt donderdag een niet al te prachtige dag aan. Voor de lopers en fietsers ideaal, al wordt het ’s middags toch al wat warm.

Vlak voor de Franse grens wordt door de kaartlezer opeens gemeld: "hier zijn we halverwege". Deze opmerking wordt door een loper beantwoordt met: "laten we die andere helft dan ook maar lopen".

Intussen laten de spieren en niet te vergeten het zitvlees van de fietsers de eerste protesten voelen. Het soepele loop die u van ons gewend bent in het dorp is ietsje minder, maar de spirit blijft tot het eind.

Eén busje meent een fata morgana te zien als zij ’s middags bij een sporthal komen waar zij kunnen douchen. Ooit 24 uur hardgelopen, niet gedoucht , met je maatjes in een bus geslapen zonder echte ventilatie? Zou u moeten doen voordat u op zoek gaat naar een nieuwe badkamer!

Al lopend naar het zuiden zien we de avondzon langzaamaan onder gaan en beginnen we aan de tweede en laatste nacht.


De doorgang in Ossendrecht

Die nacht blijkt langer te duren dan gedacht.

We lopen door een terrein waar in de 1e wereldoorlog kennelijk veel is gevochten. Regelmatig passeren we een oorlogsgraf. Die nacht lijkt het alsof één van die loopgraven nog in bedrijf is. Voor een nachtelijke wissel wordt de auto veilig ’t gras op gereden. Ten minste dat dachten we, net te laat werd ontdekt dat het grasveld minder egaal was dan nodig. De bus zat vast en liet zich niet door 9 man uit de greppel duwen.

Wat nu te doen? Doorlopen terwijl de chauffeur naar een oplossing zoekt voor de bus? Wachten waardoor je tijd verliest?

Met de bedoeling geen tijd te verliezen gaan 3 lopers (met fietsen) op pad. Na 2 kilometer dringt de ernst van de situatie door. Er is nog 24 kilometer te lopen tot de volgende wissel, de drinkvoorraad bestaat uit 1 bidon en de voeding: een mars en (Geert Jan hoe kan het anders) een banaan. Bovendien is het maar de vraag of de bus na een uur zich ook daadwerkelijk weer bij de lopers kan voegen. De balans is dan alsnog snel opgemaakt. Doorlopen heeft geen zin, we moeten terug naar de bus.

Daar zijn meerdere pogingen gedaan om hulp te krijgen. Het zware materiaal van andere ploegen komt hier niet voorbij, de organisatie kan ons jammer genoeg niet helpen en de nummers van de ANWB worden al opgezocht. Opeens duikt een grote vrachtwagen op. Het blijkt een Poolse chauffeur te zijn die onbedoeld op het roparun traject is gekomen, want hij moet weer heel ergens anders heen.

In goed pools wordt de man duidelijk gemaakt wat onze situatie is. Na deze verbale uitleg volgde nog even de visuele waarneming van de situatie. Zonder omhaal van woorden werd de truck gedraaid, de sleepkabel bevestigd, een beetje gas gegeven en de Midden-Delfland Runners konden hun traject vervolgen!

Intussen is wel circa anderhalf uur verstreken en mentaal waren dit ook moeilijke momenten.

Na dit euvel brak het tweede deel van de nacht aan, met nog zo’n 80 kilometer te gaan. Tijd voor wisseling van de wacht.

Enigszins uitgerust neemt een "verse" groep lopers het over. Na Compiegne wacht ons nog het grote donkere bos. Over een traject van 6 kilometer is het aardedonker, er mag geen auto op dit deel van het traject. Twee fietsen en een loper verdwijnen in de nacht. Op dit traject twee lastige passages. We moeten om een hek heen (vindt het hek in het pikkedonker) en even later om een aarden wal op de T-splitsing het juiste pad nemen. Even stilstaan om de kaart te bekijken, betekent meteen: geen hand voor ogen zien omdat de fietslamp uit is.


Terug in Schipluiden: in de Jan-plezier

Dankzij de verkenningstocht enkele weken eerder kon snel bepaald worden hoe we verder moesten.

In dit donkere bos hebben we 2 teams de loef afgestoken. Opgelucht dat net buiten het bos een voor ons bekende bus stond vervolgenden we onze route.

Op 50 kilometer voor Parijs voegden de 8 lopers zich bij elkaar om "gezamenlijk" het laatste stuk te lopen. Met Parijs binnen hand(?)bereik vlogen deze kilometers onder onze voeten door. Vrijdagmorgen om 10.30 uur liep het volledige Midden-Delfland Runners team onder het finishdoek door. We hebben het gehaald!!

Met muziek, champagne en bloemen werd dit gevierd.

Onze kwartiersmakers hadden intussen hard gewerkt, de tenten opgezet, en letterlijk de bedjes gespreid. We konden, moe als we waren lekker gaan zitten, nog even nagenieten en vooral….. douchen!!


Ontvangst in het sportpark

De volgende dag, zaterdag wordt alles razendsnel opgeruimd en vertrekken we naar Schipluiden. Daar worden we met paard en wagen ontvangen en onder muzikale begeleiding van de Leetepels gaan we naar de sportvelden.

Daar volgen veel zoenen, lovende woorden, gejuich en de bekendmaking van onze (voorlopige) sponsoropbrengst: €30.500.

Dit laatste vinden we de mooiste prestatie, dat stukje lopen en fietsen hadden we er graag voor over om zo’n enorm bedrag bijeen te brengen (we zouden het zo weer doen… (?))

Wilt u meer weten over de RoPaRun en haar goede doel, neem contact met ons op via tel. 015-38009533 of mail viahttp://go.to/middendelflandrunners.

Bijdrage: Bert de Jong. 
Correspondentieadres: Tjalk 52, 2636 DC Schipluiden, tel 015-3809533